dinsdag 20 december 2016

Waarom doen mensen dit?

De donkere dagen voor kerst. Hoe donker kunnen ze zijn? Terreur, moord en vernietiging vullen het nieuws en gloeien na op ons netvlies. Christenen zitten wereldwijd in hun kerkbanken en zingen 'vrede op aarde'. Mijn vraag aan u is dan: Is de wereld gek geworden of zijn de Christenen gek? 

Een vraag die ik na de aanslag in Berlijn diverse malen hoorde was: 'Waarom doen mensen dit?'

Waarom doen mensen dit? Het antwoord is verrassend eenvoudig denk ik: omdat ze geen vrede in hun hart hebben. Omdat zonde regeert in plaats van gerechtigheid. Als er geen vrede is in een mensenhart is, heerst er oorlog.... denk daar eens over na.

Twee duizend jaar geleden kondigde de profeet Johannes de Doper de missie van Jezus Christus naar de aarde aan: De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: ‘Daar is het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt (Evangelie van Johannes 1:29). Jezus kwam om de zonde van de wereld weg te nemen, een prachtige taak natuurlijk, maar ook een bloedige taak. Johannes noemt Jezus niet voor niets een 'lam', ook al klinkt dat een beetje raar misschien.

In de tijd van het Oude Testament werden lammetjes geofferd, bijvoorbeeld eens per jaar met Pesach. In Exodus 21:21 staat het zo, Toen riep Mozes de oudsten van Israël bij elkaar. ‘Elke familie moet een lam of een bokje kiezen,’ zei hij, ‘en dat moet worden geslacht als pesachoffer. Met de komst van Jezus (het lam van God) kwam er een einde aan al dat offeren. Jezus gaf Zijn leven aan het kruis als eenmalig offer.

Als we dat beseffen en accepteren, wordt het ook meteen duidelijk dat er GEEN (slacht)offers meer gebracht hoeven te worden. Geen dieren, geen mensen... geen bloedvergieten. Jezus Christus is de Vredevorst, Hij is de enige die de zonde weg kan nemen en VREDE in het hart van een mens kan brengen. Vraag het Hem maar als je durft! Als je vergeving en vrede ontvangt, kan en wil je daar graag over zingen. Ook als de wereld door draait.

Laat in uw hart de vrede van Christus heersen.
(Kolossenzen 3:15)