In verband met mijn vakantie plaats ik nog maar eens een gedeelte van een gouwe ouwe column op deze blog. Een column die ik eerder schreef en die werd gepubliceerd in Opwekking Magazine. Het gaat over onze vragen die we, tegen beter weten in, blijven stellen aan God.
De grote hamvraag is natuurlijk ons eeuwige ‘waarom’. Waarom laat God lijden toe? Waarom is er zoveel ellende in de wereld? Waarom kan het niet makkelijker? Waarom ik?
Het is niet onlogisch dat we de waaromvraag steeds weer stellen. Dat zit er van kinds af aan al in bij ons mensen. We lachen weleens om kleine kinderen die in de waaromfase zitten, maar als we serieus naar onzelf kijken, dan kunnen we zien dat we onze eigen waaromfase lang niet altijd ontgroeid zijn. We verlangen nog steeds antwoorden, juist voor dingen die nou eenmaal zo zijn. ‘Waarom is het gras groen?’ is geen gekkere vraag dan ‘Waarom heb ik het zo moeilijk?’
Het is vragen naar de bekende weg, want veel dingen zijn nu eenmaal zo. Ze horen bij de schepping of bij de zondeval, en dan zijn er ook nog dingen die simpelweg het gevolg zijn van onze eigen daden. Toch hebben we de neiging om alles te willen begrijpen en te relativeren, misschien zelfs te bespreken in een studiegroepje. De geschiedenis van de mensheid is gevuld met waaroms en we raken geirriteerd als we niet snel het gewenste antwoorden krijgen.
Al bladerend door de Bijbel kom ik erachter dat we onze mond voorbijpraten door altijd maar vragen te stellen. We nemen daarbij de plaats van God zelf in. De Bijbel laat zien dat het juist Jezus is die óns vragen stelt. Hij is het die van ons de antwoorden wil horen. Dat is Zijn manier van lesgeven en leidinggeven. Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder? (Matteüs 7:3) Waarom hebt u zulke boosaardige gedachten? (Matteüs 9:4) Waarom heb je getwijfeld? (Matteüs 14:31) Waarom vraag je me naar het goede? (Matteüs 19:17) En zo kan ik nog heel lang doorgaan. Het is God die ons aan de tand voelt, het is God die ons aan ons jasje trekt.
Op de een of andere manier hebben we de onhebbelijke neiging de Allerhoogste op het matje te roepen voor elke ramp, elke pijn, voor alles wat niet naar onze zin gaat, en voor de vele zaken die we met ons beperkte verstand niet kunnen bevatten. Maar als we Zijn woord bestuderen komen we erachter dat God vele vragen aan ons stelt.