zaterdag 29 februari 2020

Waar is wijsheid te vinden?

In mijn vorige blogjes schreef ik over 'niks mogen' en 'biddend begeren'. Gij zult niet begeren... wie kent die woorden uit de Bijbel niet? Maar is begeren dan altijd fout? Nee, natuurlijk niet. In diezelfde Bijbel (Spreuken 8:11) staat dat niets dat we zouden kunnen begeren te vergelijken is met wijsheid. Dan is het toch logisch dat we daar achter aan moeten gaan, dat we dat moeten begeren?

Het zoeken naar of het najagen of begeren van WIJSHEID is een prachtig avontuur. Weet je wie over dat avontuur schreef? Job. Meestal denken we bij het boek Job direct aan al het drama in zijn leven, maar er was door alles heen een gepassioneerd zoeken naar wijsheid. Job 28:13,

👉 Maar de wijsheid, waar wordt die gevonden? En waar is de plaats van het inzicht?

En dan moet je eens verder lezen wat hij erover zegt, vers 15-20,

Fijn goud kan niet in ruil voor haar gegeven worden, en haar prijs kan niet met zilver worden afgewogen.
Zij kan met het fijne goud van Ofir niet betaald worden, en evenmin met de kostbare onyx en saffier.
Haar waarde kan niet met goud of kristal gemeten worden, en zij is niet in te ruilen voor een kleinood van zuiver goud.
Aan koraal en kristal wordt niet meer gedacht, want de prijs van de wijsheid is hoger dan die van robijnen.
Haar waarde kan niet met die van een topaas uit Cusj gemeten worden; en met het fijne zuivere goud kan zij niet betaald worden.
De wijsheid dus, waar komt zij vandaan, en waar is de plaats van het inzicht?

De prijs van wijsheid is eigenlijk niet te bepalen, zij gaat alles van waarde ver te boven. We leven in een wereld waar heel veel kennis en wetenschap is. Maar wijsheid, echte wijsheid, waar is zij te vinden? In vers 23 zegt Job: God begrijpt haar weg, en Híj kent haar plaats.

Dat vind ik een goede aanwijzing. Zoek het niet in opleiding, studie, ervaring of wetenschap... God weet de weg. We komen dan eigenlijk weer terug bij Spreuken 8, het hoofdstuk over de wijsheid. Daarin zijn weer aanwijzingen te vinden. Spannend!

dinsdag 18 februari 2020

Biddend begeren

'Ga op zoek naar de juiste begeerten' schreef ik in mijn vorige blogje en daarbij haalde ik Marcus 11:24 aan waar staat: Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen.

Als we dingen biddend mogen begeren, kan 'begeerte' op zich natuurlijk nooit fout zijn; dat hebben we ons waarschijnlijk aan laten praten. Ik denk dat juist daarom het tiende gebod geen restrictie is, maar een uitdaging om erachter te komen wat we dan wel mogen begeren. Dat is ook het uitgangspunt geweest in mijn Engelstalige boekje My Neighbor's House.

Paulus schrijft over het tiende gebod: Zonder de wet zou ik nooit geweten hebben wat zonde is. Als de wet niet had gezegd: ‘U mag niet iets begeren wat van een ander is,’ zou ik niet hebben geweten dat dit verkeerd is. Zo eenvoudig is het dan ook wel weer 😁

Niet de dingen van een ander begeren, maar juist achter datgene aan gaan dat God voor je heeft weggelegd. Ik heb de Bijbel er op na geslagen en kwam uit bij Spreuken, hoofdstuk 8, het hoofdstuk over de wijsheid. In vers 11 staat het...

Want wijsheid is beter dan koralen, al wat men zou kunnen begeren, kan haar niet evenaren.

In het Engels staat het heel mooi vind ik:" for wisdom is more precious than rubies, and nothing you desire can compare with her." Nothing you desire, niets dat je zou kunnen begeren is te vergelijken met wijsheid. Dan is het toch logisch dat we daar achter aan moeten gaan, of niet?

woensdag 12 februari 2020

Je mag ook niks...

In mijn tienerjaren vond ik de Bijbel en het Christendom maar een beetje benauwend. Zoveel regeltjes en wetten. En leuke dingen? Die zijn natuurlijk allemaal verboden. Ik had het idee dat serieus Christen worden mijn 'vrije' leven aan banden zou leggen en stelde de keus voor Jezus steeds uit.

Ondanks dat ik zeker niet in een 'zware' kerk ben opgegroeid, waren de Tien Geboden wel een onzichtbare leidraad in ons gezin. Het tiende gebod vond ik altijd maar moeilijk: Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is. Je mag ook niks...

Na mijn bekering begon ik pas te zien dat die woorden geen beperking inhielden, maar juist een uitdaging. Een uitdaging om erachter te komen wat we dan wel mogen begeren. Nee, niet de spullen van mijn naaste dus... maar juist die dingen die God voor mij heeft weggelegd.

Heb je 't ooit zo gelezen? Het is destijds de insteek van mijn Engelstalige boekje My Neighbor's House geworden. Ga op zoek naar de juiste begeerten. In Marcus 11:24 staat: Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen. Het zal duidelijk zijn dat dat niet over de spullen van de buren gaat. Maar waarover dan wel?


donderdag 6 februari 2020

Besmettingsgevaar

In 2013 schreef ik een column voor Opwekking Magazine met de titel 'Waar je mee omgaat...' Een mooi moment om die column hier eens te herhalen.

Na de dienst hield ze me een beetje verlegen staande in de gang. ‘Wil je met me bidden? Ik heb namelijk iets opgelopen tijdens de vakantie...’ Voorzichtig keek ik haar over de rand van m’n kopje koffie aan. Uiteraard zag ik zo op het eerste gezicht niets vreemds, want de meeste ziektes, allergieën, virussen en bacterieën zijn immers niet aan de buitenkant te zien. ‘Precies weet ik het ook  niet’, vervolgde ze haar verhaal, ‘er werden meer mensen ziek op die reis, en ja, waar je mee omgaat word je mee besmet.’ Ze keek een beetje spijtig bij die laatse woorden, bijna alsof ze haar vakantie liever anders had besteed. Ik stelde haar gerust en samen vroegen we of God haar angst en zorgen wilde wegnemen.

Later op de dag bleef die uitspraak echter terugkomen in mijn gedachten, het liet me niet meer los. ‘Waar je mee omgaat word je mee besmet’. In de afgelopen maanden  is de angst voor besmettingsgevaar wederom opgelaaid in ons land. We kunnen er wat van, denk ik wel eens. Om de zoveel tijd doen er wilde verhalen en nieuwsberichten over besmettingsgevaar de ronde: de Mexicaanse griep, het Nijlvirus, de mazelen, noem maar op. Zijn het geen ziektes, dan gaat het wel over iets dat in ons voedsel zit: in de andijvie, de komkommers of de kip. Als je al die berichten zou moeten geloven lopen we dagelijks gevaar om ergens mee besmet te worden.
Eerlijk gezegd denk ik dat we ons veel drukker zouden moeten maken over emotionele en geestelijke besmetting, want dat is wat er werkelijk schuilt achter de woorden ‘waar je mee omgaat word je mee besmet’. De Bijbel zegt het zo:  Maar vergis u niet: slecht gezelschap bederft goede zeden (1 korintiers 15:33). Het gaat dan natuurlijk niet over menselijke  ziektes of bacterieën, maar over de slechtheid van de wereld. Daar kunnen we namelijk geen spelletje mee spelen.

We zijn in de wereld, maar niet van de wereld. Dat is het spanningsveld waarin elke Christen zich bevindt. Waar we ook wonen en hoe we ook leven, we komen allemaal mensen op ons pad tegen die een wereldse levenswandel hebben. Mensen die de Here God bespotten of zelfs haten. Mensen die lak hebben aan bijbelse waarden en normen en hun eigen normen willen samenstellen. ‘Als het goed voelt, is het goed’, ‘als ik er zin in heb, doe ik het’. Als gelovigen moeten we steeds de keus maken met wie we wel en niet willen omgaan.

Het is mijns inziens niet de bedoeling dat we alleen maar met mensen binnen ons gezellig christelijke kringetje omgaan, maar wel dat we er goed op moeten letten wie uiteindelijk wie besmet. Laten wij ons besmetten met de slechtheid van de wereld of besmetten wij de wereld met de goedheid van God? Ik denk dat we ons daarbij bewust moeten zijn van de opdracht die we allemaal hebben meegekregen: Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede (Romeinen 12:21).

Het is niet altijd even gemakkelijk om te weten of we nu juist ons licht moeten laten schijnen in goddeloos gezelschap of beter uit de buurt kunnen blijven. We hebben daarbij echt de leiding en wijsheid van de Heilige Geest nodig. Hij zal ons enerzijds beschermen tegen wereldse invloeden en ons anderzijds helpen om aanstekelijk Christen te zijn. We hoeven niet bang te zijn voor besmettingsgevaar! In Filippenzen 2:14 wordt ons de sleutel gegeven, Doe alles zonder morren en tegenspreken, opdat u zuiver en smetteloos bent, onberispelijke kinderen van God te midden van een verdorven en ontaarde generatie, waartussen u schittert als sterren aan de hemel.