maandag 30 december 2013

Effectief spreken

Terugkijkend op 2013 kom ik tot de conclusie dat ik weer aardig wat woorden aan deze blog heb toevertrouwd. Ik hoop dat die woorden hun doel hebben bereikt; dat ze een bemoediging en inspiratie zijn geweest in je dagelijks geloof.

We leven niet alleen in een consumptiemaatschappij, maar ook in een communicatiemaatschappij. Er wordt wat afgeschreven en -gekletst, helaas lang niet allemaal even nuttig. Eerlijk gezegd wil ik daar niet aan meedoen, want ik geloof in de kracht van woorden. Ze bepalen de koers van ons leven, zoals een roer dat voor een schip bepaalt (Jacobus 3). Als mijn schrijven bladvulling wordt hou ik er mee op!

Op mijn reis door het boek Handelingen las ik in het eerste vers van hoofdstuk 14 het volgende: En het gebeurde in Ikonium dat zij samen de synagoge van de Joden binnengingen en zo spraken dat een grote menigte, zowel van Joden als van Grieken, geloofde. Paulus en Barnabas spraken zo dat Joden en heidenen tot geloof kwamen. In de engelse NIV Bijbel staat 'so effectively'. Ze spraken zo effectief dat Joden en niet-Joden in grote getale tot geloof kwamen.

Ik weet niet hoe het jullie vergaat als je zoiets leest... maar ik denk dan: dat wil ik ook! Zo effectief spreken (en schrijven) dat een grote menigte tot geloof komt. Mijn gebed is dan ook steeds weer: niet mijn woorden, maar de Uwe!

Regen en sneeuw komen neer uit de hemel
en keren pas terug
als zij de aarde doordrenkt
en de grond bevrucht hebben.
Dan komt er zaad om te zaaien
en brood om te eten.
Zo is het ook met het woord
dat mijn mond verlaat.
Het keert pas terug
als het zijn doel heeft bereikt,
mijn wil heeft uitgevoerd,
zijn taak heeft volbracht.

[Jesaja 55:10-11 GNB]

maandag 23 december 2013

Plastic pop in een voederbak

Heb je je ooit wel eens afgevraagd hoe niet-christenen het kerstfeest beleven? Hoe zou het zijn om een verjaardag te vieren van iemand waarvan je niet gelooft dat hij bestaat, die je persoonlijk niet kent of van wie je misschien zelfs nog nooit hebt gehoord?

Ik probeer me soms voor te stellen wat er door niet-christenen heen moet gaan als ze op kerstavond semi-eerbiedig naar een plastic pop in een voederbak kijken, die daar in z’n blootje ligt temidden van een koppeltje nepschapen en een geboetseerde kameel. Wat gaat er door hun hoofd tijdens het luisteren naar Stille Nacht en het eten van een stukje krentenbrood met spijs, terwijl de uiterst breekbare ballen schitteren in de kerstboom en een sfeer van weemoed oproepen? Zou iemand zich wel eens stiekem afvragen waarom er tweeduizend jaar na Jezus’ geboorte nog steeds feest voor Hem wordt gevierd, waarom er zoveel woorden, boeken, preken en liedjes aan Hem zijn gewijd? Waar gaat dit eigenlijk allemaal over? Wie is die Jezus?

Zijn er woorden die het mollige kindje in de kribbe adequaat beschrijven? Zijn er woorden die zeggen wie Hij werkelijk is? Naast de Bijbel zijn er ontelbaar veel boeken verschenen over de persoon en het leven van Jezus, niet allemaal even flatteus moet ik zeggen. Zijn persoonlijkheid en missie blijven blijkbaar boeien, of je nou christen bent of niet. Een goed mens, een wijze leraar, een profeet, misschien wel alledrie! Toch is dat niet genoeg, want waarom vieren we dan niet wereldwijd de verjaardagen van Mother Teresa bijvoorbeeld, zij was immers ook een goed mens, dat zal niemand tegenspreken. Of van Plato, wereldberoemd filosoof, of van Mohammed.

Nee, over Jezus moet meer te zeggen zijn. Het vieren van Zijn geboorte overschrijdt namelijk alle grenzen, landen, volken en culturen. Kerstfeest wordt gevierd in India, Japan, Colombia, Amerika en Nederland. Kerstfeest wordt gevierd door jonge en oude mensen, blank en zwart, conservatieve en charismatische gelovigen, door zwervers en hoogleraren. Nee, die Jezus was vast meer dan zo maar een beroemd persoon.

Het antwoord op de vraag wie Hij nou werkelijk was, werd namelijk niet gegeven door een mens. Zijn status werd niet vastgesteld door een geleerde, professor of priester, zelfs niet door een discipel of diplomaat, maar door een engel van de Heer zelf: Hij is de Messias (Lucas 2:11). God koos er voor de ware identiteit van Zijn Zoon te openbaren door een engel, door de woorden van een hemelse boodschapper, wellicht om menselijke discussies te voorkomen. Jezus is meer dan de baby in een voederbak, Hij is de beloofde Messias, de langverwachtte Christus, de Gezalfde.

Sommige Joden ontvingen Hem destijds met grote vreugde en aanvaardden Zijn status, 'wij hebben de Messias gevonden' (Johannes 1:41), terwijl ook niet-Joden naar zijn komst uitkeken (Johannes 4:25). Jezus is de Gezalfde, uitverkoren om redding te brengen aan een wereld die langzaam ten onder gaat. Als je dat aanvaardt en gelooft heb je echt reden tot een feest! Ga dit seizoen gerust een discussie aan over Jezus en wees er alert op dat je niet de woorden van mensen, maar de woorden van de engel in je mond neemt: Hij is de Messias!

[Column zoals ik die enkele jaren geleden schreef voor het kerstnummer van Opwekking Magazine]

dinsdag 17 december 2013

Kwaliteit of kwantiteit?

Hebben jullie dat ook wel eens, dat je met enig ongeloof een product uit een aanbiedingenbak bij de kassa haalt en je afvraagt hoe men het zo goedkoop kan maken? Je twijfelt, je draait het product een paar keer om, probeert de kleine lettertjes op de verpakking te lezen... en ach, waarom ook niet, je gaat over tot aankoop. Thuis gekomen blijkt het ding uit China te komen en na drie keer gebruiken valt het uit elkaar. De discussie die daar bij ons thuis altijd op volgt, is: gaan we voor kwaliteit of kwantiteit?

Kwaliteit of kwantiteit? Die afweging zou ik ook graag willen maken als het gaat over gemeentegroei. Ik schreef begin deze maand een blogje over gemeentegroei aan de hand van Handelingen 9:31 (HSV), De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe. Een bijzonder interessante tekst met praktische aanwijzingen voor de kerk van vandaag. Ik concludeerde dat er daar maar twee voorwaarden voor gemeentegroei in een tijd van vrede worden genoemd: ontzag voor God en werking van de Heilige Geest.

In mijn column op het CIP over hetzelfde onderwerp schreef ik dat we niet zo druk moeten zijn met schaapjes tellen (kwantiteit), maar dat we op onze knieën moeten gaan uit ontzag voor God en moeten luisteren naar wat de Heilige Geest te zeggen heeft (kwaliteit). Want, wees eens eerlijk beste dominees en gemeenteleiders: wat hebben we aan natuurlijke aanwas, als dat niet samengaat met geestelijke groei? Ik durf te zeggen dat gemeenteopbouw minstens zo belangrijk is als gemeentegroei.

Afgelopen zaterdag was ik te gast in het EO radio programma Leef je geloof, en daar ging de discussie over dit onderwerp verder. Ik concludeerde dat we het te ingewikkeld hebben gemaakt, terwijl de Bijbel zo duidelijk is over deze zaken. God heeft ons de gaven van de Heilige Geest gegeven, tot opbouw van de gemeente (lees 1 Korintiërs 14). Als wij die gaven niet gebruiken, of afwijzen of zelfs beweren dat ze niet voor deze tijd zijn, dan zeggen we dus eigenlijk dat we Gods recept voor gemeenteopbouw niet willen! Dat we liever zelf iets verzinnen. De Heilige Geest wil tot onze kerken en gemeenten spreken (ja, zeker ook over hoe we kunnen groeien en opgebouwd kunnen worden) door middel van woorden (kennis, wijsheid, profetie etc.) en daden (genezing, wonderen etc.). Dat is niet het idee van een bepaalde stroming of denominatie, dat is gewoon Bijbels.

In bovenstaande tekst uit het boek Handelingen wordt duidelijk beschreven dat de gemeente zowel in opbouw (kwaliteit) als in aantal (kwantiteit) toenam. Ik geloof dat dat nog steeds mogelijk is, maar dan moeten we wel terug naar de basis: Het Woord van God. Wat staat daar en wanneer gaan we dat doen?

vrijdag 13 december 2013

Kopje onder ingewikkeld?

Als Nederlanders staan wij er wereldwijd om bekend dat we een mondig volkje zijn. We hebben overal een mening, een opinie over... ja, zelfs over het weer, heb ik wel eens iemand horen grappen.

Wij nemen niet alles zomaar voor waar aan. Het zit bijna in ons bloed, zou je kunnen zeggen, dat we eerst graag de plussen en minnen, de voor en tegens van iets willen onderzoeken. We willen weten waar we aan toe zijn, en met wie of wat we in zee (over dopen gesproken...) gaan. Die houding hebben we ook als het om het evangelie gaat. Het liefst zouden we God vertellen wat Hij beter wel en niet in de Bijbel had kunnen opnemen. We denken, we praten, we debatteren en we dubben.

Op mijn reis door het boek Handelingen kwam ik een tekst tegen, die mij over dit alles deed nadenken. Petrus houdt op een bepaald moment een toespraak en de Heilige Geest komt, behalve op de Joden, nu ook op de heidenen neer. Vrijwel direct rijst de vraag of deze mensen nu gedoopt dienen te worden. In hoofdstuk 10:48 (HSV) beëindigt Petrus de discussie, En hij beval dat zij gedoopt zouden worden in de Naam van de Heere. Toen vroegen zij hem enkele dagen bij hen te blijven.

Hij beval, hij gaf opdracht staat er in de NBV. Tsjonge, denk ik dan, dat zouden we hier eens moeten doen; mensen bevelen om gedoopt te worden. Dan zou er toch wel een ware revolutie uitbreken denk ik. In Nederland moet je eerst lid zijn van een kerk, dan een beginnerscursus volgen en daarna een aantal doopgesprekken voeren. Meestal is er al een jaar voorbij gegaan eer je de beslissing echt durft te nemen en dan moet je nog maar hopen dat er binnen zes maanden een doopdienst op de agenda staat. Als je als baby door je ouders bent gedoopt is het al helemaal ingewikkeld en soms zelfs onbespreekbaar om die doop te bevestigen door kopje onder te gaan.

Ik vraag me wel eens af of God moet huilen of lachen om ons getob. Persoonlijk lees ik die verzen enerzijds met blijdschap in mij hart, omdat de Bijbel er zo eenvoudig over is, anderzijds met verdriet... om wat wij er van gemaakt hebben. Zelfs de meest elementaire geloofszaken hebben we ingewikkeld gemaakt...

Hoe lezen jullie zo'n vers?

maandag 9 december 2013

Vroomheid

'Het boek Handelingen gaat over de daden van de apostelen, niet over hun voornemens', heb ik wel eens iemand horen zeggen. Alleen al daarom zou iedere Christen dat boek regelmatig moeten lezen. Het laat zien hoe gelovigen onder het Nieuwe Verbond kunnen en zouden moeten leven.

Leuke bijkomstigheid zijn al de kleurrijke figuren die je, naast de apostelen, tegenkomt in het boek. Neem nou de Italiaan Cornelius (die de Joodse Petrus voor een niet-kosher etentje uitnodigde). Over hem en zijn gezin staat geschreven: Hij was een vroom man: hij en al zijn huisgenoten dienden God. Hij gaf veel voor de armen van het volk en bad trouw tot God (Handelingen 10:2, NBV).

Kijk daar heb je weer zo'n enkel zinnetje, zo'n vers dat mij enorm aan het denken zet. Cornelius was een vroom man. Wat is een vroom mens, vraag ik mij dan af? Vroomheid heeft een nare religieuze klank. Vrome mensen zijn braaf en saai en misschien ook wel een beetje hypocriet. Maar wat zegt de Bijbel over vroomheid? In Het Boek staat over Cornelius, Hij en zijn hele gezin hadden diep ontzag voor God. Hij gaf veel weg aan de armen en was een man van gebed.

Terugkijkend op mijn vorige blogpost zie ik dat ontzag voor de Heer een kenmerk is voor gemeentegroei. Diep ontzag voor God is ook een kenmerk van vrome mensen. Dat ontzag uit zich eigenlijk automatisch in de volgende twee zaken, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn:
  • vrijgevigheid
  • gebed
Een vroom (gelovig) mens bidt veel en opent z'n portemonnaie met vreugde om VEEL aan de armen (dit gaat NIET over het kerkgebouw) te geven. Dat laatste moeten we nog leren in de Nederlandse kerken! Tijdens het weekend over gemeentegroei in onze kerk stelden we daartoe iedereen de volgende vraag: Inventariseer eens globaal waaraan je je geld besteedt (los van huishouden en vaste kosten). Denk aan: abonnementen, clubs, snacken, uitgaan, kleding, gadgets, vakantie etc. Hoe staat dat in verhouding tot je investering in Gods Koninkrijk?

Haha, dat deed veel stof en commentaar opwaaien, maar geloof me, het is een goede oefening om te kijken waar ons hart nu echt ligt.

dinsdag 3 december 2013

Gemeentegroei

Onlangs waren wij in Israel. Voor de zoveelste keer mag je wel zeggen. Het is inmiddels al dertig jaar geleden dat we daar voor het eerst voet aan land zetten. Toch ontdekken we steeds weer nieuwe plekjes; dorpen, steden, stranden, opgravingen, parken en bossen die we eerder over het hoofd zagen.

Zo vergaat het mij ook op mijn reis door de Bijbel. Momenteel lees ik, voor de zoveelste keer, het boek Handelingen.... en weer kom ik nieuwe dingen tegen. In het negende hoofdstuk las ik in vers 31 (Groot Nieuws Bijbel), Voor de geloofsgemeenschap brak in heel Judea, Galilea en Samaria een periode van rust aan. De opbouw voltrok zich, en men leefde in ontzag voor de Heer. Het ledental nam toe door de werking van de heilige Geest.

Over het algemeen nemen wij aan dat de kerken groeien tijdens een periode van verdrukking of crisis. Dat zien we namelijk vrijwel overal gebeuren. Maar hier staat duidelijk dat de kerk groeide in een periode van rust. Andere vertalingen spreken over een 'periode van vrede'. De gemeente kwam tot bloei in een tijd van vrede. Dat kan dus blijkbaar ook! Dat lijkt me een enorme bemoediging voor de kerk in de Westerse wereld. We hoeven niet te wachten op vervolging om te kunnen groeien!

Ik las recentelijk verschillende berichten in de media over de leegloop van kerken in Nederland. Maar eigenlijk klopt er dan iets niet. Bijbels gezien zou het aantal gelovigen namelijk toe moeten nemen in een land waar godsdienstvrijheid is en vrede. In het bovenstaande gedeelte worden maar twee voorwaarden genoemd:
  • men leefde in ontzag voor de Heer, en
  • de Heilige Geest was aan het werk
De NBV zegt het zo: dankzij de bijstand van de heilige Geest nam hun aantal steeds meer toe. Nou, dat lijkt me goed nieuws voor alle kerken die leegloop ervaren. Leg al die plannen, ideeën en strategieën nou eens even opzij en trek er eens een aantal (zon)dagen voor uit om met elkaar op je knieën te gaan en nodig de Heilige Geest uit om Zijn werk te doen.

Ik hoor graag van jullie.