Verzoening: einde van een conflict, hereniging, herstel van verbroken eenheid, herstel van de vrede, verbroedering...
In de vorige blogpost heb ik heel beknopt geschreven over het verzoeningssysteem dat God had opgezet voor Zijn volk Israel. Volgens dit oude verbond moest er altijd bloed vloeien voor de vergeving van zonden en zo vond steeds opnieuw verzoening plaats tussen God en de mensen.
In Hebreeën 9:7 staat over de offerdienst in de tabernakel (dat is de tent waar men tijdens de tocht door de woestijn samenkwam) geschreven: Maar in het achterste deel mocht alleen de hogepriester komen en dan nog maar één keer per jaar. Hij moest bloed meenemen en dat op het gouden deksel van de ark sprenkelen om daarmee zijn eigen zonden en die van het hele volk voor God te bedekken.
Ondanks dat we over het algemeen niet zo van die bloederige toestanden houden is het toch heel interessant wat er verder in de Hebreeënbrief staat, bijvoorbeeld in vers 9 en 10: Hieruit kunnen wij een belangrijke les leren. Ook al werden al deze gaven en offers gebracht, ze konden het geweten van de mensen toch niet zuiveren. Het ging alleen om bepaalde gebruiken: Wat men wel en niet mocht eten en drinken, waarom en hoe men zich moest wassen. De mensen moesten zich eraan houden zolang Christus nog niet met Gods nieuwe, betere verbond was gekomen.
Het oude verbond was als het ware een voorloper op het nieuwe verbond dat God met mensen wilde sluiten. En deze keer niet alleen maar met Zijn volk Israel, maar met ALLE mensen! Christus kwam als hogepriester van het nieuwe verbond dat wij nu hebben en met Zijn lijden, sterven én opstaan kwam er een einde aan het bloedvergieten om bij God in de gunst te komen. In vers 12 staat het zo:
Eens en voor altijd ging Hij [dat is Jezus] met bloed het Allerheiligste binnen en sprenkelde het op de plaats waar de zonden worden vergeven. Maar dat was niet het bloed van bokken en kalveren; nee, het was Zijn eigen bloed. En daarmee heeft Hij ons voor eeuwig van de zonde bevrijd.
Wat een heerlijk idee. Wij hoeven niet meer, nooit meer gebukt te gaan onder zonde en schuld. Hij heeft ons daarvan bevrijd! Als we dat geloven en Hem toestemming geven om ons hart, ons denken, ons praten en onze daden te veranderen kunnen we daadwerkelijk in vrijheid leven en is er geen enkele reden meer voor bloedvergieten. We lezen verder in vers 13 en 14:
Als het bloed van bokken en stieren en de as van jonge koeien van zonden konden reinigen, hoeveel te meer zal dan het bloed van Christus ons hart en leven veranderen. Hij, Die Zelf zonder zonden is, heeft door de hulp van de eeuwige Geest Zich gewillig aan God overgegeven om voor onze zonden te sterven. Daardoor kunnen wij met een gerust hart de levende God dienen.
Met een gerust hart ja. Als we dat eens allemaal gingen begrijpen zouden we veel relaxter kunnen leven, zou oorlog en geweld stoppen... In vers 17 wordt nog een keer uitgelegd dat een verbond (in dit geval verzoening tussen God en Israel) pas van kracht was als het met bloed werd ingewijd:
Met een testament is pas iets te beginnen als de man of vrouw die het gemaakt heeft, gestorven is. Want zolang die leeft, mag niemand een beroep op dat testament doen. Daarom werd het eerste verbond tussen God en Zijn volk pas van kracht nadat het met bloed was ingewijd.
Onder het oude verbond werd vrijwel alles door bloed gereinigd. Als er geen bloed vloeide, werden de zonden niet vergeven. Zo ging het toen tussen God en Israel. Hoe anders is het nu tussen God en alle mensen (ja, we komen altijd weer terug bij dat eerste niveau van herstelde relaties: tussen God en mens). In vers 26 staat geschreven: Maar nu, tegen het einde van de eeuwen, is Hij eens en voor altijd gekomen om voor ons te sterven en de zonde weg te doen.
Wat God betreft is de vriendschap hersteld, met Israel en met alle andere volken. Nu wij nog... hoe gaan wij onderling met elkaar om? Daar gaat de volgende blog over: verzoening tussen Joden en heidenen (niet-Joden)...