De serie blog posts over 'zorgen' wil ik afsluiten met een column van mijn hand. Eentje uit de oude doos en reeds eerder verschenen in Opwekking Magazine (een mooi en inspirerend Christelijk familieblad voor maar 17,50 euro per jaar)...
‘Weet je, ik maak me zo’n zorgen’. Ze keek me bijna smekend aan en even leek het of ze verwachtte dat ik met een magisch handgebaar haar last zou kunnen verlichten. Ze zuchtte en ging op haar andere been staan, alsof ze het juk verplaatsen wilde. Haar goedbedoelde zorgelijkheid was een beetje besmettelijk, want ik voelde een frons over m’n voorhoofd trekken. Wat moest mijn reactie hierop zijn?
Negeren was onbeleefd, wegwuiven niet echt aardig en meepraten van weinig nut. Ik wilde koste wat het koste een cliche voorkomen en knikte uiteindelijk een beetje medelevend terwijl ik vriendelijk Mattheus 6:34 citeerde in een poging haar op te beuren, maak je geen zorgen voor de dag van morgen. Ze scheen het niet te horen.
Toen ik even later verder fietste, bedacht ik hoe vreemd het eigenlijk is dat ‘je zorgen maken’ volledig geaccepteerd is in onze maatschappij. Het is zo’n beetje standaard onderdeel van ons bestaan geworden. Zorgen over de kinderen, over geld, criminaliteit, de toekomst en het milieu. Je zorgen maken is verheven tot een teken dat je begaan bent met de dingen of dat je van iemand houdt. Als je je geen zorgen maakt, leef je niet echt. Sterker nog, als iemand zou beweren zich nooit zorgen te maken, echt nergens over, dan zouden we hem waarschijnlijk het stempel flierefluiter geven en een beetje schamper op hem neerkijken. Mensen die zich geen zorgen maken, hebben geen weet van wat er echt in de wereld gaande is. Mensen die zich geen zorgen maken, zijn roekeloos en misschien zelfs wel een beetje gewetenloos. Of toch niet?
In Jezus’ tijd was het waarschijnlijk niet anders en Hij wilde er best een paar pittige preekjes aan wijden. Hij schudde de mensen uit hun zorgelijke toestand wakker met de volgende vraag: Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? Ja, toen stonden ze natuurlijk allemaal met hun mond vol tanden. Ze waren niet eens in staat die vraag met een wedervraag te beantwoorden volgens de joodse traditie. Jezus wilde met zijn vraag aangeven dat je zorgen maken geen toegevoegde waarde heeft, het verandert de bestaande situatie niet. Jezus ontkende het bestaan van zorgen overigens niet. Hij hield een emotioneel betoog over het onderwerp en prees daarin de liefde en zorg van de Vader voor zijn kinderen. Lees het nog maar eens na in Matteus 6:25-34.
Als zorgen ons weer eens proberen te bekruipen, kunnen we onze woorden wijzigen aan de hand van 1 Petrus 5:7; ik mag mijn zorgen op Hem afwentelen, want ik lig Hem na aan het hart.