Wat is de hoop die mij voortdrijft? Wat is de hoop die ervoor zorgt dat ik niet wanhoop? Wat is het verschil tussen hoop voor ons dagelijks leven en hoop voor de eeuwige toekomst? Deze vragen hebben mij, in het kader van deze blogserie, de afgelopen weken heel erg bezig gehouden.
Als ik een studie wil maken van een bepaald Bijbels onderwerp, ga ik altijd eerst kijken wat Jezus erover heeft gezegd. Van Hem kunnen (en moeten) we immers leren! Hij was er altijd al en Hij zal er altijd zijn. Tijdens Zijn tijd op aarde gaf Hij onderwijs en haalde daarbij vaak de Joodse geschriften aan (het Oude Testament zeg maar) en tegelijkertijd zien we ook dat Hij wees op wat nog komen zou...
Groot was echter mijn verbazing toen ik erachter kwam dat Hij nooit over hoop heeft gesproken! Jezus heeft er nooit een les aan gewijd, nooit een gelijkenis over verteld, nooit toe opgeroepen... Er is in alle vier de evangeliën niets te vinden (zelfs niet in de zaligsprekingen of zijn waarschuwingen over de eindtijd) waaruit ik op kan maken wat Bijbelse hoop nu precies is. Het woordje hoop wordt met Hem in verband gebracht als de profeet Jesaja wordt geciteerd in Matteus 12:21: 'Op zijn naam zullen alle volken hun hoop vestigen'.
Begrijp me niet verkeerd, Jezus gaf de mensen hoop! Maar dus niet door erover te spreken. Een fascinerende gedachte, vinden jullie niet? Wij praten vaak zoveel, maar doen zo weinig. Jezus sprak ook veel, over allerlei verschillende onderwerpen die het dagelijks leven betroffen, zoals: geloof, waarheid, liefde, vergeving, de wet, geld en de toekomst. Maar Hij gaf nooit een theorieles over hoop. Vond Hij hoop een vanzelfsprekend iets? Vond Hij het misschien juist niet zo belangrijk? Of dacht Hij: de uitleg laat Ik wel aan de apostelen over?
Omdat Jezus ons geen andere sleutel geeft dan een citaat uit het Oude Testament, gaan we in de volgende blogpost eerst daar eens kijken. Wat was de hoop van de mensen toen?
PS: Ik ben benieuwd naar jullie reacties!